- 2Meaning: tegengaanbestrijden verhinderen verzetten beteugelen
- 3Meaning: voorkomenverhinderen verhoeden beletten
- 4Meaning: verijdelendoen mislukken verhinderen beletten
- 5Meaning: stuitenverhinderen beletten
- 6Meaning: lettenverhinderen beletten
- 7Meaning: afremmenafschermen bemoeilijken dwarsbomen hinderen obstrueren remmen saboterenstoren tegenstreven tegenwerken verhinderen versperren zich verzetten belemmeren
- 8Meaning: belemmerenafremmen afschermen bemoeilijken dwarsbomen hinderen obstrueren remmensaboteren storen tegenwerken verhinderen versperren zich verzetten tegenstreven
- 9Meaning: bestrijdenbeteugelen verhinderen verzetten tegengaan
- 10Meaning: belettenverhinderen stuiten
- 11Meaning: bekortenknotten nekken ondergravensmoren verhinderen fnuiken
- 12Meaning: fnuikenbekorten knotten nekkensmoren verhinderen ondergraven