Found 66 synonyms in 15 groups
  1. 1
    Meaning: beredeneren
    rationaliseren verklaren argumenteren
  1. 2
    Meaning: garanderen
    verklaren verzekeren bezweren
  2. 3
    Meaning: argumenteren
    rationaliseren verklaren beredeneren
  3. 4
    Meaning: herleiden
    verklaren terugvoeren
  4. 5
    Meaning: zeggen
    meedelen opmerken uitspreken verklaren
    verkondigen vermelden vertellen spreken
  1. 6
    Meaning: bekendmaken
    beweren stellen zeggen verklaren
  2. 7
    Meaning: duidelijk maken
    toelichten uitleggen verklaren
  3. 8
    Meaning: toelichten
    verduidelijken verklaren verhelderen
  4. 9
    Meaning: verklaren
    verklaren uitspreken
  5. 10
    Meaning: begrijpen
    duiden expliciteren interpreteren opvatten toelichten
    uiteenzetten verduidelijken verklaren uitleggen
  6. 11
    Meaning: meedelen
    opmerken spreken uitspreken verklaren
    verkondigen vermelden vertellen zeggen
  7. 12
    Meaning: uitleggen
    begrijpen duiden interpreteren opvatten toelichten
    uiteenzetten verduidelijken verklaren expliciteren
  8. 13
    Meaning: interpreteren
    uitleggen verklaren duiden
  9. 14
    Meaning: bevestigen
    beweren verklaren getuigen
  10. 15
    Meaning: opvatten
    uitleggen verklaren interpreteren

verklaren synonyms - Dutch related words for verklaren

Synonyms before and after verklaren

  • verkennen
  • verkenner
  • verkenningseenheid
  • verkeren
  • verkering
  • verkiezen
  • verkiezing
  • verkikkerd
  • verklaarbaar
  • verklappen
  • verklaren
  • verklaring
  • verkleden
  • verkleind
  • verkleinen
  • verkleining
  • verkleumen
  • verkleurd
  • verkleuren
  • verklikken
  • verklikker