- 2Meaning: slobberenflodderen hangen slodderen wapperen
- 3Meaning: drijvenglijden hangen zweven
- 4Meaning: gezeten zijnhangen zitten
- 5Meaning: zittenhangen gezeten zijn
- 6Meaning: hechtenhangen verknocht zijn gehecht zijn
- 7Meaning: gehecht zijnhangen verknocht zijn hechten
- 8Meaning: ophangenophangen hangen
- 9Meaning: drenzenhangerig zijn rondhangen hangen
- 10Meaning: hakenverlangen hangen
- 11Meaning: hangenhangen leunen