- 2Meaning: bewegenkrimpen scheuren uitzetten verzakken werken
- 3Meaning: werkenbewegen krimpen scheuren uitzetten verzakken
- 4Meaning: brekendoorbranden het begeven scheuren slijten kapotgaan
- 5Meaning: drijvenracen rijden scheuren voortjagen jakkeren
- 6Meaning: kapotgaanbreken doorbranden scheuren slijten het begeven
- 7Meaning: barstenontploffen scheuren splijten knappen
- 8Meaning: jakkerendrijven rijden scheuren voortjagen racen
- 9Meaning: snijdensnijden scheuren
- 10Meaning: openhalenopenscheuren scheuren
- 11Meaning: losrukkenrijten rukken scheuren
- 12Meaning: stuktrekkenverscheuren scheuren