Found 47 synonyms in 12 groups
  1. 1
    Meaning: knappen
    ontploffen scheuren splijten barsten
  1. 2
    Meaning: bewegen
    krimpen scheuren uitzetten verzakken werken
  2. 3
    Meaning: werken
    bewegen krimpen scheuren uitzetten verzakken
  3. 4
    Meaning: breken
    doorbranden het begeven scheuren slijten kapotgaan
  4. 5
    Meaning: drijven
    racen rijden scheuren voortjagen jakkeren
  1. 6
    Meaning: kapotgaan
    breken doorbranden scheuren slijten het begeven
  2. 7
    Meaning: barsten
    ontploffen scheuren splijten knappen
  3. 8
    Meaning: jakkeren
    drijven rijden scheuren voortjagen racen
  4. 9
    Meaning: snijden
    snijden scheuren
  5. 10
    Meaning: openhalen
    openscheuren scheuren
  6. 11
    Meaning: losrukken
    rijten rukken scheuren
  7. 12
    Meaning: stuktrekken
    verscheuren scheuren

scheuren synonyms - Dutch related words for scheuren

Synonyms before and after scheuren

  • scherpte
  • scherpzinnig
  • scherts
  • schertsen
  • schets
  • schetsen
  • schetsmatig
  • schetteren
  • schetterend
  • scheur
  • scheuren
  • scheuring
  • scheurmaker
  • scheut
  • scheutig
  • schicht
  • schichtig
  • schielijk
  • schier
  • schiereiland
  • schietbenodigdheden