- 2Meaning: dromenstaren suffen wegdromen slapen
- 3Meaning: prikkentintelen slapen
- 4Meaning: naar bed gaannaar bed gaan slapen
- 5Meaning: doezelendommelen dutten maffen pitten rustensluimeren snurken soezen slapen
- 6Meaning: duttenslapen tukken
- 7Meaning: rustenbijkomen liggen slapen uitrusten verpozen
- 8Meaning: een dutje doenslapen soezen suffen dutten
- 9Meaning: pittenslapen suffen maffen
- 10Meaning: maffenslapen suffen pitten
- 11Meaning: bijkomenliggen slapen uitrusten verpozen rusten