Found 69 synonyms in 23 groups
  1. 1
    Meaning: stilzetten
    uitschakelen uitzetten afzetten
  1. 2
    Meaning: investeren
    uitzetten beleggen
  2. 3
    Meaning: stilleggen
    stopzetten uitzetten stoppen
  3. 4
    Meaning: stoppen
    stopzetten uitzetten stilleggen
  4. 5
    Meaning: opzetten
    zwellen uitzetten
  1. 6
    Meaning: afbakenen
    markeren uitmeten uitzetten
  2. 7
    Meaning: afzetten
    uitdoen uitdraaien uitzetten
  3. 8
    Meaning: planten
    planten uitzetten
  4. 9
    Meaning: openzetten
    uitspreiden uitzetten
  5. 10
    Meaning: uitwijzen
    uitwijzen uitzetten
  6. 11
    Meaning: uitzetten
    uitzetten uitwijzen
  7. 12
    Meaning: aangeven
    plannen uitzetten uitstippelen
  8. 13
    Meaning: etaleren
    tentoonstellen uitzetten uitstallen
  9. 14
    Meaning: groeien
    opzwellen uitgroeien uitzetten zwellen uitdijen
  10. 15
    Meaning: bewegen
    krimpen scheuren uitzetten verzakken werken
  11. 16
    Meaning: werken
    bewegen krimpen scheuren uitzetten verzakken
  12. 17
    Meaning: opbollen
    uitdijen uitzetten zwellen
  13. 18
    Meaning: rijzen
    uitzetten opzwellen
  14. 19
    Meaning: uitdijen
    groeien uitgroeien uitzetten zwellen opzwellen
  15. 20
    Meaning: aanzwellen
    opzwellen uitzetten opzetten
  16. 21
    Meaning: zwellen
    uitdijen uitzetten opbollen
  17. 22
    Meaning: aanplanten
    kweken uitzetten planten
  18. 23
    Meaning: opzwellen
    uitzetten rijzen

uitzetten synonyms - Dutch related words for uitzetten

Synonyms before and after uitzetten

  • uitwijken
  • uitwijzen
  • uitwisseling
  • uitwissen
  • uitwringen
  • uitwuiven
  • uitzaaien
  • uitzenden
  • uitzending
  • uitzendkracht
  • uitzetten
  • uitzicht
  • uitzichtloos
  • uitzichtsloosheid
  • uitzien
  • uitzingen
  • uitzinnig
  • uitzitten
  • uitzoeken
  • uitzoekerij
  • uitzonderen