Found 14 synonyms in 4 groups
  1. 1
    Meaning: koers zetten
    varen stevenen
  1. 2
    Meaning: het maken
    toegaan vergaan verlopen vorderen varen
  2. 3
    Meaning: kanoën
    naar zee gaan navigeren roeien zeilen varen
  3. 4
    Meaning: stevenen
    varen zeilen

varen synonyms - Dutch related words for varen

Synonyms before and after varen

  • vanaf
  • vandaag
  • vandaal
  • vandalisme
  • vangen
  • vangst
  • vanwege
  • vanzelf
  • vanzelfsprekend
  • vanzelfsprekendheid
  • varen
  • varensgast
  • variabel
  • variant
  • variatie
  • variété
  • variëren
  • variëteit
  • varken
  • vast
  • vast tapijt